Terug

Wijzigingen in de WW

Op 1 januari zijn enkele wijzigingen in het ontslagrecht ingegaan. U heeft hierover al kunnen lezen op onze website en in onze nieuwsbrief. Op 1 juli zullen er nog meer zaken op het gebied van het ontslagrecht veranderen. Maar ook op het gebied van de WW zijn er belangrijke wijzigingen, waarvan enkele al zijn ingegaan.

WW-duur
Terwijl de WW-uitkering voorheen maximaal 38 maanden duurde is dat sinds 1 januari 24 maanden. De eerste tien gewerkte jaren bouwt een werknemer per jaar één maand WW-recht op. Daarna bouwt een werknemer elk gewerkt jaar een halve maand WW op. Dat betekent dat een werknemer na 38 jaar werken een WW-uitkering van 24 maanden heeft opgebouwd. Om dit te introduceren is er een geleidende schaal ingevoerd. Het arbeidsverleden tot 1 januari 2016 wordt gerespecteerd. Vanaf 1 januari 2016 wordt de WW-duur langzaam afgebouwd. Elk kwartaal wordt de WW-duur één maand korter. Dat betekent dat in juli 2019 de maximale WW-duur van 24 maanden is bereikt. Sociale partners mogen in de Cao een aanvulling van de WW afspreken tot het oude niveau.

Passende Arbeid (ingangsdatum 1 juli 2015)
Als iemand een WW-uitkering geniet, dan moet hij passende arbeid aanvaarden. Het UWV heeft in de Richtlijn Passende Arbeid vastgelegd wat zij daaronder verstaat. Nu is het zo dat een werknemer het eerste half jaar van zijn werkloosheid arbeid mag zoeken op het eigen niveau. Na een half jaar moet ook arbeid van een niveau lager geaccepteerd worden en na een jaar is alle arbeid passend. Per 1 juli 2015 wordt de Richtlijn Passende Arbeid aangescherpt. De eerste zes maanden mogen mensen, die van een WW-uitkering genieten waarschijnlijk nog zoeken op hun eigen niveau maar daarna is alles passend. Ook de reisafstand is dan geen reden meer om een baan te weigeren.

Inkomstenverrekening (ingangsdatum 1 juli 2015)
Als een werknemer nu vanuit de WW weer aan het werk gaat wordt zijn uitkering ingetrokken voor het aantal uren dat hij gaat werken. Dat is bijzonder onaantrekkelijk wanneer hij een baan aanvaardt tegen een lager uurloon dan dat van de uitkering. In 2009 is dit systeem voor langdurig werklozen gewijzigd. Als een werknemer na een jaar WW een baan aanvaardt worden niet de uren die hij werkt gekort maar wordt het inkomen voor 70 % in mindering gebracht op zijn uitkering. De werknemer wordt er dus altijd beter van. Dit systeem wordt per 1 juli 2015 voor alle werknemers in de WW ingevoerd. Zodat werken in alle gevallen loont. Alleen voor startende zelfstandigen (vanuit de WW) blijft een urennorm gelden.

Na de WW
Als de WW-duur is afgelopen en de werknemer geen werk heeft komt hij in aanmerking voor een WWB-uitkering (Wet Werk en Bijstand). Hier geldt een vermogenstoets en telt het inkomen van de partner mee. Om de gevolgen van de korter durende WW wat te verzachten komende er twee flankerende maatregelen. Werknemers die geboren zijn voor 1 januari 1965 komen in de IOAW. Daar geldt geen vermogenstoets. Mensen die voor 2020 instromen in de WW en dan ouder zijn dan 60 jaar komen in de IOW. Voor hen geldt geen vermogenstoets en ook geen partnerinkomentoets.


Met dank aan 2BW Advocaten.

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.