Brief aan ministerie van SZW over 'nep-cao'
De cao-onderhandelingspartners in de tandtechniek hebben een brief gericht aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het feit dat de BTT een eigen document over arbeidsvoorwaarden ten onrechte heeft gepresenteerd als cao, aangezien bij de totstandkoming daarvan geen echte werknemersorganisatie betrokken is geweest.
De tekst van de brief, die in januari 2019 verzonden is, luidt als volgt:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Directie Uitvoeringstaken Werkgelegenheid
T.a.v. de directie
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Geachte heer, mevrouw,
Graag vraag ik in hoedanigheid van bestuurder FNV mede namens werknemersorganisatie FNV, CNV Vakmensen, De Unie, de VLHT en de NWVT uw aandacht voor het volgende.
FNV, CNV Vakmensen en De Unie behartigen de belangen van hun leden (en niet-leden) in de sector Tandtechniek.
Sinds jaar en dag wordt de Cao voor de Tandtechniek afgesloten door drie werkgevers- en drie werknemersorganisaties.
Van werkgeverszijde zijn dit:
1. Branchevereniging Tandtechniek (hierna: BTT);
2. Vereniging Laboratoriumhoudende Tandtechnici en
3. Nederlandse Werkgeversvereniging Tandtechniek
1. FNV;
2. CNV Vakmensen en
3. De Unie.
De laatste cao die ook algemeen verbindend verklaard was, is op 1 juli 2014 geëxpireerd.
Voor een goed begrip vermeld ik dat op grond van deze cao ook een sociaal fonds ingesteld is. Dit Sociaal Fonds voor de Tandtechniek is per 25 februari 2014 ook algemeen verbindend verklaard.
Na afloop van de cao hebben de sociale partners langere tijd en veelvuldig onderhandeld. Het is echter niet gelukt overeenstemming over een nieuwe cao te verkrijgen. De reden van het uitblijven van een akkoord was voornamelijk gelegen in het feit dat de BTT telkens weigerde een overeenkomst te sluiten.
Op 1 december 2017 deelde de BTT de andere cao partners mede dat zij de cao per 1 januari 2018 wenste op te zeggen. Als reden voor opzegging heeft BTT o.a. gesteld dat modernisering van de cao noodzakelijk is. Gevolg van deze opzegging was dat de cao niet langer stilzwijgend verlengd werd. De cao is dientengevolge per 1 juli 2018 geëindigd.
Voorjaar 2018 liet BTT weten dat zij met de Vereniging Vakbelang Tandtechniek (hierna: Vakbelang Tandtechniek) een nieuwe cao afgesloten heeft. De andere partijen waren niet bekend met het bestaan van deze vereniging.
De door BTT en Vakbelang Tandtechniek gesloten cao heet Cao Bedrijven Branchevereniging Tandtechniek (hierna: Cao BTT). De Cao BTT gaat in op 1 juli 2018 en heeft een looptijd van in beginsel een (1) jaar. De werkingssfeer is beperkt tot werknemers in dienst van werkgevers aangesloten bij de BTT.
Wij, als cao onderhandelaars van werknemerszijde zijn ‘not amused’ over de handelwijze van BTT.
Navraag bij de Kamer van Koophandel leerde dat Vakbelang Tandtechniek reeds op 1 juli 2016 is opgericht.
Blijkens de akte van oprichting zijn als gevolmachtigde partijen opgetreden mevrouw Nathalie Michaela Höring, geboren 10 september 1990 en Nicole Elisa Frederika Maria Claes-Mussche, geboren op 1 februari 1963.
Mevrouw Claes-Mussche was tot voor kort werkzaam bij AROdent Tandtechniek, het bedrijf van haar echtgenoot dat is aangesloten bij de BTT.
Mevrouw Höring was bij de oprichting negentien oud. Zij was als stagiaire werkzaam in het Tandtechnisch Laboratorium van haar vader, Paul Höring Tandtechniek gevestigd te Ede, eveneens aangesloten bij de BTT.
Blijkens het bij de Kamer van Koophandel opgevraagde bedrijfsprofiel van Vakbelang Tandtechniek houdt zij kantoor in de Celsiusstraat 32, 1704 RW te Heerhugowaard. Uit eigen onderzoek is mij bekend geworden dat achter genoemd adres niet een werkelijk kantoor schuil gaat doch dat dit adres gebruikt wordt door postbus firma’s.
De hiervoor geschetste omstandigheden wijzen erop dat er sprake is van een vooropgezet plan en dat de BTT de cao onderhandelingen vermoedelijk opzettelijk frustreerde en opzegde teneinde de handen vrij te hebben om met zichzelf een cao af te sluiten.
Van een wederkerige overeenkomst tussen werkgevers- en werknemersorganisaties lijkt derhalve geen sprake te zijn. Als de BTT de facto met zichzelf een cao gesloten heeft, is er sprake van een eenzijdige rechtshandeling en heeft de BTT ten onrechte haar cao aangemeld. Aan de eis van onafhankelijkheid zoals neergelegd in het art 98 van het Internationale Arbeidsorganisatieverdrag van Geneve en het Europees Sociaal Handvest wordt dan bovendien uiteraard niet voldaan. In het andere geval, indien er wel sprake zou zijn van een echte of waarachtige vakorganisatie, rijst de vraag of de gekozen opzet voldoet aan de onafhankelijkheidseis. Immers, uitsluitend werknemers in dienst van werkgevers aangesloten bij de BTT kunnen lid van Vakbelang Tandtechniek worden. Heeft Vakbelang Tandtechniek niet slechts de belangen van BTT op het oog heeft en mocht zij belijden dat dit niet zo is, acht zij zich voldoende vrij om tegen de BTT te ageren?
Kortom, linksom of rechtsom, kan in deze context nog van een echte cao gesproken kan worden?
Door de door de BTT gekozen naam Cao Branchevereniging BTT wordt bovendien verwarring geschept. Het woord 'Branchevereniging' wekt de suggestie dat de cao op de gehele tandtechniekbranche van toepassing zou zijn. Dit is onjuist. BTT ‘vertegenwoordigt’ middels de bij haar aangesloten werkgevers verhoudingsgewijs een kleiner deel van de in de branche werkzame werknemers.
Een eerste bestudering leert dat de tekst van de Cao voor de Tandtechniek vrijwel letterlijk overgenomen is. Van de door BTT zo gewenste vernieuwing is geen enkele sprake.
Het zal u duidelijk zijn dat de door BTT tentoongespreide praktijken buitengewoon ondermijnend zijn voor het sociaal werkklimaat in de Tandtechniek.
Ik treed graag met u in overleg over hoe dit soort uitwassen te voorkomen c.q. ongedaan te maken.
Hoogachtend,
Mevrouw M. Possel, bestuurder FNV
De heer J. Admiraal, De Unie