BTW-vrijstelling voor tandtechniek blijft van kracht
Het heeft even geduurd voordat het Ministerie van Financien duidelijkheid kon scheppen maar op 28 december stond toch maar het bericht in de Staatscourant dat de huidige vrijstelling voor de leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici blijft bestaan, ook al is de tandtechnicus geen BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar.
In het besluit, dat dateert van 14 december worden als voorbeeld de volgende handelingen genoemd: het vervaardigen, bewerken of beoordelen van tandtechnische werken of een deel daarvan. Deze werkzaamheden kunnen worden verricht met behulp van machines en instrumenten maar ook met behulp van computertechnieken.
De vrijstelling betreft overigens alleen de leveringen van tandprothesen, die als volgt worden gedefinieerd: tandtechnische werkstukken die voor individuele patiƫnten zijn vervaardigd aan de hand van gipsmodellen, wasafdrukken en dergelijke. Voorbeelden van tandprothesen zijn: (gedeeltelijke) prothesen, stifttanden, kronen en bruggen en het MRA (Mandibulair Repositie Apparaat).
Artikelen die worden gebruikt bij de vervaardiging vormen geen tandprothesen. Het gaat hier bijvoorbeeld om: volle tanden, gegoten tinnen staafjes voor het verzwaren en stabiliseren van gebitten, staafjes van roestvrij staal ter versterking van gebitten met een plaat van gevulkaniseerd rubber en allerlei andere artikelen (huizen, ringen, stiften, haken, oogjes, enz.).
Eind 2012 kregen we veel vragen van leden over dit onderwerp en deden er veel geruchten de ronde. De leden die ons hierover vragen hebben gesteld, hebben begin januari een persoonlijk antwoord gekregen.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat de opleiding tot tandprotheticus een BIG-gereguleerde opleiding is. Hieruit volgt dat ook de leveringen van tandprothesen door tandprothetici zijn vrijgesteld van de heffing van BTW.
De VLHT heeft er bij het ministerie voor gepleit dat de BTW-vrijstelling voor de tandtechniek, een sector die het toch al zwaar te verduren heeft gehad, gehandhaafd zou blijven en is dan ook verheugd dat het ministerie hiertoe uiteindelijk ook besloten heeft.