Terug

Meewerkende partner kan zelfstandigenaftrek krijgen

Duizenden meewerkende partners van zelfstandigen hebben ook recht op de zogeheten zeflstandigenaftrek. Dat blijkt uit twee uitspraken van het gerechtshof Arnhem in het belastingvakblad Fiscaal up to Date. De aftrek varieert dit jaar, afhankelijk van de winst, tussen Euro 4.412 en Euro 9.906.

De echtgenote van een tandtechnicus heeft met een langlopende rechtzaak de fiscus tot betaling van de aftrek gedwongen. De eega dreef met haar man sinds 1991 een tandtechnisch laboratorium. Belastingtechnisch had die de vorm van een vennootschap onder firma (VOF). Haar man bezat de vereiste diploma's, maar zij maakte ook de protheses en bracht deze naar een vaste groep tandartsen. onder haar werkzaamheden viel tevens enig uitvoerend tandtechnisch werk en daarnaast deed zij de administratie.

Navordering.

Elk jaar vroeg zij, net als haar man, om de zelfstandigenaftrek. Maar de fiscus legde in 2001 een navordering op. De inspecteur accepteerde de aftrek niet en de rechter gaf hem gelijk: het ondersteunende werk was onvoldoende om voor de aftrek in aanmerking te komen. De vrouw pikte dit niet, en kreeg steun van het gerechtshof. Want naast de ondersteuning, zoals het rondrijden met protheses, deed zij wel degelijk tandtechnisch werk, zoals het repareren van gebitten en onderhandelde zij met tandartsen over opdrachten. Dat vormde bovendien meer dan 30% van haar werkzaamheden.

Omdat zij het bedrijf aantoonbaar aan omzet hielp, komt zij voortaan wel in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek, zo besliste het gerechtshof. En dat geldt waarschijnlijk voor veel meer meewerkende partners!

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.