Terug

Stijging pensioenpremie en verbetering partnerpensioen

 

Op vrijdag 5 november heeft het bestuur van PFZW, na advies van de Pensioenraad, definitief besloten om de pensioenpremie per 1 januari 2022 te verhogen van 25,0% naar 25,8%. De omstandigheden zijn volgens het fonds ten opzichte van vorig jaar niet in die mate veranderd dat een ander besluit gerechtvaardigd is. Het PFZW beseft dat de verhoging geen goed bericht is voor de sector. De verhoging zet onder andere druk op de loonruimte.

Premieverhoging in twee stappen
Per 1 januari 2021 is de premie verhoogd van 23,5% naar 25,0% (over salaris minus franchise). Per 1 januari 2022 gaat de premie van 25,0% naar 25,8%. In de cao's is opgenomen welk deel van de pensioenpremie de werkgever betaalt en welk deel de medewerker. De cao Tandtechniek bepaalt dat maximaal eenderde van de premie kan worden ingehouden op het slaris van werknemer. Het opbouwpercentage en de premie voor het arbeidsongeschiktheidspensioen blijven voor 2022 gelijk.

Huidige pensioenpremie onvoldoende
In de kwartaalberichten heeft u kunnen lezen dat de actuele dekkingsgraad is gestegen. De stijging van de dekkingsgraad werd met name veroorzaakt door de beleggingsopbrengsten. Toch is een premieverhoging noodzakelijk. Door de lage rente waarmee het fonds moet rekenen van de overheid is de financiële positie van PFZW nog steeds niet goed genoeg. Daarbij komt dat de huidige premie een negatief effect heeft op de financiële positie. Jaarlijks daalt de dekkingsgraad met ongeveer 1% omdat de premie te laag is om de nieuwe pensioenopbouw te dekken.

Daarnaast is de toekomstverwachting nog steeds somber. PFZW verwacht dat de rente langdurig laag blijft en op de lange termijn wordt een lager rendement verwacht op de beleggingen. Door al deze elementen is het noodzakelijk om de premie te verhogen, om de pensioenen van nu en in de toekomst te kunnen blijven betalen.

Premie en pensioen in de toekomst
Dit is de tweede premieverhoging voor het ouderdomspensioen en partnerpensioen in de afgelopen acht jaar. PFZW doet er alles aan om de premie zo stabiel mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door scherp te zijn op de uitvoeringskosten. Maar PFZW blijft ook afhankelijk van externe economische factoren en opgelegde rekenregels over bijvoorbeeld het verwachte rendement.

Wel of niet verlagen of indexeren
Onlangs kondigde Wouter Koolmees een vertraging in de wetgeving voor de nieuwe pensioenregeling aan. Daarmee gaf hij tevens aan dat pensioenfondsen met een dekkingsgraad van boven 90% het komend jaar de pensioenen niet hoeven te verlagen. Op 30 september 2021 was de actuele dekkingsgraad van PFZW 102% en al een aantal maanden boven de 100%. Daarmee is de kans op een pensioenverlaging in 2022 gelukkig klein. Het meetmoment voor het al dan niet verlagen van de pensioenen ligt op 31 december 2021.

Tegelijkertijd is een pensioenverhoging helaas nog niet in zicht. Voor een verhoging had de beleidsdekkingsgraad op 30 september 2021 boven 110% uit moeten komen, deze was op dat moment 96,5%. Ook als de regelgeving soepeler wordt met een eis van 105%, waarover nu gesproken wordt, is de financiële positie van PFZW dit jaar nog ontoereikend om de pensioenen te verhogen. De gepensioneerden voelen dit helaas al enige tijd direct in hun portemonnee. De prijzen stijgen terwijl de pensioenen niet mee stijgen. Maar ook de opgebouwde rechten van werknemers worden niet geïndexeerd.

Verbetering partnerpensioen
De premie die in het totale premiepercentage was gereserveerd voor de affinanciering van de overgangsregeling VUT en prepensioen (VPL-premie) is per 1 januari 2021 vervallen. Deze premie gaat nu gebruikt worden voor het verbeteren van het partnerpensioen. Dat is al jaren geleden door het bestuur zo afgesproken, vanuit de wens om het partnerpensioen op termijn te verbeteren.

Het huidige partnerpensioen, dat bij het overlijden van de deelnemer tot uitkering komt, is voor de helft in risicodekking en voor de helft in opbouw. Deze verhouding gaat veranderen. Het opbouwpercentage van het partnerpensioen stijgt vanaf 2022 van 0,625% naar 1,05%. Daardoor is op de pensioendatum een hoger partnerpensioen opgebouwd. De risicodekking daalt naar 0,2%. De totale dekking voor de actieve deelnemers blijft hiermee 1,25% per jaar. Nieuwe afspraken over het partnerpensioen, die zijn aangekondigd door de overheid, kunnen ervoor zorgen dat dit in de toekomst anders ingevuld gaat worden. De huidige verbetering van het partnerpensioen ligt wel al in lijn met die verwachte afspraken, omdat er vanaf 1 januari 2022 meer pensioenpremie naar het partnerpensioen gaat

Nieuwe pensioenregeling
De nieuwe pensioenregeling, voorzien voor na 2026, roept veel vragen op. PFZW licht er regelmatig een paar uit. Dit keer zijn er vragen en antwoorden gepubliceerd over de mogelijke gevolgen van de keuze voor de solidaire of voor de flexibele premieregeling. 

Klik hier om naar de recente vragen en antwoorden te gaan.

Klik hier voor meer informatie over het nieuwe stelsel.

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.