Regeerakkoord en de gevolgen voor ondernemers
De beoogde regeringspartijen hebben erg lang de tijd genomen om een nieuw regeerakkoord in elkaar te timmeren. Dan hopen we natuurlijk dat in die lange aanloopperiode maatregelen zijn bedacht die het ondernemen aantrekkelijker maken en wat dat betreft wordt ondernemend Nederland niet teleurgesteld. Lees hier de voorlopige maatregelen en de gevolgen voor zzp'ers, mkb'ers en andere ondernemers.
Belasting
Het lage btw-tarief gaat omhoog van 6% naar 9%.
De vennootschapsbelasting wordt verlaagd.
De dividendbelasting wordt afgeschaft (indien dit veelvuldig bekritiseerde voornemen stand houdt).
Het tarief van box 2 wordt in stappen verhoogd van 25% naar 28,5% in 2021.
Financiering met eigen vermogen wordt aantrekkelijker door de aftrekbaarheid van vreemd vermogen te beperken.
De loondoorbetalingsperiode voor kleine werkgevers (tot 25 werknemers) wordt verkort van 2 naar 1 jaar.
Ontslagrecht
Werkgevers lopen tegen situaties aan waarin op basis van elk van de afzonderlijke bestaande ontslaggronden onvoldoende wettelijke basis is voor ontslag, maar waar wel bij meerdere gronden gedeeltelijk sprake is van problemen (bijvoorbeeld verwijtbaar handelen gecombineerd met disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie). In die gevallen moet het mogelijk zijn om de rechter de afweging te laten maken of het van een werkgever verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten of dat ontslag gerechtvaardigd is op basis van de cumulatie van omstandigheden genoemd in de verschillende gronden. Hier staat voor de werknemer tegenover dat de rechter een extra vergoeding kan toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding (bovenop de al bestaande transitievergoeding).
Werknemers krijgen vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op transitievergoeding in plaats van na twee jaar.
De transitievergoeding gaat voor elk jaar in dienstverband een derde maandsalaris bedragen, ook voor contractduren langer dan 10 jaar. De overgangsregeling voor 50-plussers wordt gehandhaafd.
De mogelijkheid wordt verruimd om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding.
Er komt compensatie voor werkgevers voor verschuldigde transitievergoeding bij ontslag van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Er hoeft geen transitievergoeding betaald te worden bij ontslag om bedrijfseconomische redenen als een cao-regeling van toepassing is. Ook worden de criteria om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgevers ruimer en daarmee eenvoudiger. Ook voor de situatie waarin een werkgever zijn bedrijf beëindigt wegens pensionering of ziekte, zal het kabinet met voorstellen komen om de transitievergoeding onder voorwaarden te compenseren.
Proeftijd
Als een werkgever direct (als eerste contract) een contract voor onbepaalde tijd aanbiedt, wordt de proeftijd verruimd naar vijf maanden. Voor meerjaarscontracten (meer dan 2 jaar) wordt de proeftijd drie maanden.
Payrolling
Payrolling als zodanig blijft mogelijk, maar wordt zo vormgegeven dat het een instrument is voor het ‘ontzorgen’ van werkgevers en niet voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Het kabinet komt met een wetsvoorstel waarin het soepeler arbeidsrechtelijk regime van de uitzendovereenkomst buiten toepassing wordt verklaard, werknemers qua (primaire en secundaire) arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten worden behandeld met werknemers bij de inlener, en de definitie van de uitzendovereenkomst ongemoeid blijft.
Nulurencontracten
Het kabinet wil voorkomen dat bij nulurencontracten sprake is van permanente beschikbaarheid daar waar de aard van de werkzaamheden dat niet vereist. In veel sectoren zijn hier goede afspraken over gemaakt. Niettemin is er sprake van ongewenste situaties, waarbij nodeloze beschikbaarheid ook ten koste gaat van de mogelijkheden van werkenden om bijvoorbeeld andere (deeltijd)banen te accepteren. Daarom wordt vastgelegd dat in deze situaties de werknemer niet, of binnen een bepaalde termijn niet, gehouden is gehoor te geven aan een oproep, of dat bij een afzegging recht op loon ontstaat.
Werken als zelfstandige
De Wet DBA wordt vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen. Bij de uitwerking van de wet zullen veldpartijen betrokken worden en zijn zowel de handhaafbaarheid als de effecten op de administratieve lasten van belang.
Voor zzp'ers wordt bepaald dat altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur van de overeenkomst of een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten.
Aan de bovenkant van de markt wordt voor zelfstandig ondernemers een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen ingevoerd, indien er sprake is van een hoog tarief in combinatie met een kortere duur van de overeenkomst of een hoog tarief in combinatie met het niet verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten.
Ook zal worden bezien hoe bij zelfstandigen de verzekeringsgraad voor arbeidsongeschiktheid kan worden verhoogd. Het kabinet zal in gesprek gaan met de verzekeraars om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen.
Daarbovenop krijgen partners aanvullend kraamverlof van vijf weken per 1 juli 2020. Tijdens het verlof ontvangt de werknemer een uitkering van het UWV.
De diverse inspecties gaan beter samenwerken zodat betere handhaving gepaard gaat met minder administratieve lasten en toezichtlasten.
Er komen passende regels en meer ruimte voor ondernemingen met sociale of maatschappelijke doelen met behoud van een gelijk speelveld.
Aanbesteden door de overheid moet toegankelijker worden voor het mkb.
De Rijksoverheid betaalt altijd binnen 30 dagen en stimuleert bedrijven en andere (semi-)overheden het betaalgedrag overeenkomstig te verbeteren.
De MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) en de innovatiekredieten voor het MKB worden uitgebreid.
Om de (grens)barrières voor digitaal ondernemerschap weg te nemen zal het kabinet zich in Europa inzetten om te komen tot een Europese digitale markt.
De overheid beschikt over veel algemene, openbare informatie. Deze data worden goed vindbaar en toegankelijk gemaakt, in de vorm van open data.
Om oneigenlijke en ongewenste concurrentie tussen overheden en private partijen te voorkomen, zal de algemeen belang bepaling in de Wet Markt en Overheid worden aangescherpt.
NB. Alle genoemde maatregelen moeten nog in wetgeving worden omgezet en zijn dus nog niet van kracht.
Bron: Ondernemersplein.