Terug

Verschenen: Brancherapport 2021 'Mondzorg in Beeld' van ABN AMRO

Eind mei is het ABN AMRO Brancherapport 2021: Mondzorg in Beeld gepubliceerd. De belangrijkste bevindingen: het aantal tandartspraktijken neemt af, maar groeit in omvang; één op de tien Nederlandse tandartspraktijken is onderdeel van een keten; veertig procent van alle tandartsen gaat binnen tien jaar met pensioen en grotere mondzorgcentra en ‘nul-praktijken’ zijn sterk in komst.

Steeds meer tandartspraktijken onderdeel van een keten
Het aantal tandheelkundige praktijken in Nederland neemt in aantal af, maar groeit in omvang, zo blijkt uit onderzoek van ABN AMRO. Binnen de mondzorg neemt - onder invloed van een jonge generatie tandartsen - het werken in teamverband en daarmee taakdifferentiatie toe. Tandartspraktijken onderscheiden steeds meer verschillende functies, zoals preventie-assistenten en mondhygiënisten. Ook ontstaan grotere mondzorgcentra die verschillende tandheelkundige disciplines en specialisaties onder één dak aanbieden. Door de schaalvergroting en taakdelegatie is er meer ruimte voor een bedrijfsmatige aanpak. Zo is het aantal praktijken dat deel uitmaakt van een keten ook in 2020 verder gegroeid, ondanks de coronacrisis. Op dit moment is ruim één op de tien praktijken onderdeel van zo’n keten. Deze ketens richten hun pijlen overwegend op hetzelfde type middelgrote praktijken, waarbij het soort praktijk, de potentie en geografische ligging vaak doorslaggevend zijn. Dit zorgt voor een prijsopdrijvend effect. ABN AMRO verwacht dat de gemiddelde omvang van tandartspraktijken en hun patiëntenbestand zal blijven groeien, terwijl het aantal solisten in de komende jaren verder zal afnemen.

Vergrijzing zorgt voor veranderende zorgvraag
Door de vergrijzing staan veel tandartspraktijken in Nederland voor belangrijke uitdagingen en krijgen zij te maken met een veranderende zorgvraag. Zo kan het tekort aan gekwalificeerde tandartsen en andere mondzorgprofessionals de groei van veel praktijken belemmeren. Jaarlijks stromen 210 tandartsen in op de arbeidsmarkt, terwijl er 300 met pensioen gaan. In de komende tien jaar zal 40 procent van alle tandartsen met pensioen gaan, waardoor maatregelen nodig zijn om de mondzorg toegankelijk te houden. Veel jonge tandartsen blijven na hun studie bovendien graag in of rondom de grote faculteitssteden werken. Mede hierdoor is het voor kleinere praktijken in krimpgebieden lastiger om hun praktijk te verkopen. Daarnaast stijgt de vraag naar complexe mondzorg door de vergrijzing flink. Oudere patiënten, maar ook anderen, kiezen steeds vaker voor een uitgebreide behandeling om hun gebit te behouden en minder snel voor een gehele of gedeeltelijke gebitsprothese.

 

Sterke groei aantal nul-praktijken in 2020
Middelgrote en grote tandheelkundige groepspraktijken die werken in een team met verschillende specialismes zijn volgens ABN AMRO beter overdraagbaar en meer toekomstbestendig. “Er is sprake van toenemende samenwerking binnen de mondzorg. Grotere mondzorgcentra met verschillende tandheelkundige disciplines en specialisaties onder één dak sluiten beter aan op de huidige zorgvraag en zijn bovendien economisch interessanter. Daarnaast werkt de jonge generatie tandartsen bij voorkeur ook met anderen in zo’n middelgrote of grotere praktijk samen”, zegt Thera Evers, Sectorspecialist Medische Beroepen van ABN AMRO. “Sinds vorig jaar zijn echter ook de zogenoemde nul-praktijken - met name opgestart door zzp’ers - aan een opmars begonnen. Het starten van zo’n praktijk zonder een patiëntenbestand over te nemen, is om verschillende redenen in opkomst. Onder meer de concurrentie van ketens, het tandartsentekort en het vertrouwen van financiers in zulke initiatieven maakt een eigen nieuwe praktijk aantrekkelijk. Een praktijk ‘from scratch’ af opzetten biedt veel kansen, maar er zijn óók risico’s, zoals het vinden van een geschikte locatie en de werving van patiënten. Gedegen marktonderzoek en een goed doordacht plan zijn cruciaal om een praktijk met succes op te zetten.”

 

U vindt het volledige rapport en de infographic hier link.

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.