VLHT-lid in beeld: Jaron Roubos van STL Jaron Roubos B.V.
De VLHT is dé vereniging van tandtechnisch laboratoria in Nederland. Bij de leden van de VLHT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een ondernemer-tandtechnicus aan het woord over zijn of haar opleiding, werk, aandachtgebieden en visie. Dit keer is de beurt aan Jaron Roubos, tandtechnicus in De Bilt en Utrecht en eigenaar van STL Jaron Roubos B.V.
“Je moet analoog en digitaal kunnen denken”
Opleiding en werk
Jaron Roubos volgde een opleiding tot goudsmid. Al snel daarna kwam hij als leerling in een orthodontisch laboratorium terecht. Vervolgens kwam hij te werken bij Tandtechnisch Laboratorium Oosterwijk in Utrecht waar hij zich in vijftien jaar ontwikkelde tot leidinggevende en eindverantwoordelijke. In 2012 maakte hij de overstap naar de afdeling Bijzondere tandheelkunde bij het UMC Utrecht. Als teamleider transformeerde hij het laboratorium naar een 3D-lab. Met name voor kaakchirurgie en hoofd-hals oncologie maakte hij daar 3D-planningen.
Begin vorig jaar zette Roubos een eigen laboratorium op, Specialistisch Tandtechnisch Laboratorium in De Bilt. Daar werkt hij nu met één vaste medewerker. Voor één dag per week is hij nog wel verbonden aan het UMC in Utrecht.
Roubos is door de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde (NVGPT) erkend als maxillofaciaal technicus en is sinds mei bestuurslid van de VLHT.
Betrokkenheid
“Ik ben een eigen lab begonnen, omdat mijn enthousiasme en passie toch liggen bij het zelfstandig ondernemerschap. Het is niet mijn ambitie om heel grootschalig te worden. Om mijn eigen gevoel er in te kunnen blijven houden, is het belangrijk om niet te groot te worden, hooguit met drie of vier mensen. Met een klein team de mooiste werkstukken maken, is mijn intentie. Het allerleukste vind ik betrokkenheid bij al het werk en kunnen brainstormen met gelijkgestemden. Ik wil niet altijd productiedruk voelen, maar ook eens goed na kunnen denken over een werkstuk.”
Horizon verbreden
“Ik probeer mijn horizon te verbreden en niet alleen kroon- en brugwerk te maken. Op het UMC werk ik voor de afdeling kaakchirurgie waarbij ik verschillende 3d reconstructies plan. Ik werk ook voor andere ziekenhuizen en voor tandartspraktijken, meest in deze regio. Ik heb bewust voor De Bilt gekozen om goed centraal te zitten. Deze plek is goed aan te rijden en het is gemakkelijk parkeren. Er komen hier namelijk regelmatig patiënten.”
Voldoening
“Ik probeer passie en gevoel in al mijn werk te leggen en uit te stralen naar de klant en de patiënt toe. Ik haal er veel voldoening uit als hier een patiënt komt en ik enthousiast kan vertellen wat ik heb gemaakt. Voor kleurbepalingen komen patiënten naar mijn lab en voor het afbakken aan de stoel. Dit zijn extra handelingen, maar dit komt het werkstuk ten goede en het geeft ook meer bevrediging omdat je resultaat van je werk ziet. Dat is leuker dan een werkstuk wegsturen, waar je meestal niets meer over hoort.”
Maximaal haalbare resultaat
“Het leukste vind ik toch wel complexe casuïstiek. Dat je in samenwerking met de tandarts, en liefst ook met een collega, een goed plan maakt en vervolgens een goed werkstuk kunt maken. Ik ga voor het maximaal haalbare resultaat. Dat is soms op esthetisch gebied, soms vooral functioneel. Bijvoorbeeld een werkstuk voor een schisispatiënt. De uitdaging is om ook dan het best mogelijk resultaat eruit te halen waar iedere partij tevreden over is. In het ziekenhuis werkte ik veel voor oncologiepatiënten. Daarbij is het belangrijk het voor de patiënt draaglijker te maken. Dat soort werkstukken geeft minstens evenveel voldoening als werkstukken waarbij je enkel hoeft te focussen op esthetiek. Via deze werkstukken draag je veel bij.”
Wisselwerking
“Met tandartsen ga ik graag op een gelijkwaardige manier en met respect voor elkaar om. Wat ik belangrijk vind, is dat je als tandtechnicus niet op de stoel van de tandarts gaat zitten. Ik kan adviseren op sommige gebieden, maar dat doe ik alleen als erom wordt gevraagd. Het is belangrijk dat er een goede wisselwerking is. Dat verschilt natuurlijk per contact. Je moet dat aanvoelen. Ik merk dat veel tandartsen best behoefte hebben aan ondersteuning bij digitalisering en aan adviezen over materiaalkeuze.”
Analoog en digitaal
“Ik ben echt pro digitalisering. CAD/CAM is mijn hobby, er is niets leukers om te doen. Maar nog niet alles is digitaal optimaal. Ik heb weleens het idee dat we massaal digitaal gaan omdat het nu eenmaal moet. Het belangrijkste voor een tandtechnicus is dat die analoog en digitaal kan denken. Op je scherm moet je kunnen visualiseren hoe een werkstuk uit de printer of freesmachine komt. In het UMC maak ik bijvoorbeeld een zaagmal die op het onderbeen (fibula) past voor de reconstructie van een onderkaak. Het digitale werk daaraan is intensief, maar zodra de print is vervaardigd, draagt die enorm bij aan een effectieve workflow en een voorspelbaar resultaat. Je moet in je hoofd hebben welke stappen je digitaal en welke je analoog kunt maken. Een combinatie van die twee geeft vaak een mooi resultaat.”
Niet meer bakken
“Uiteindelijk zal de tandtechniek met CAD/CAM wel volledig digitaliseren, denk ik. Het porselein bakken zal voor een heel groot gedeelte verdwijnen voor monolithische restauraties. Over tien jaar zullen niet veel mensen nog achter hun tafel zitten te bakken. De grote uitdaging wordt om het digitale volledig te integreren in je lab, want dat heeft ook consequenties voor je omzet en je kostenbeheersing. Hoe ga je daar je kosten in beheersen? In materialen komt er ook steeds meer keuze. Ik wil met A-kwaliteit blijven werken, zodat ik achter mijn product kan staan en garantie kan geven.”
Vragen en antwoorden
“Met het opbouwen van een eigen bedrijf heb ik turbulente jaren achter de rug. Ik had dus niet zoveel tijd om er iets naast te doen. Ik heb wel het voornemen om dat de komende jaren meer te gaan doen. Maar dan probeer ik bewust dingen te kiezen waar ik zelf energie van terug kan krijgen. In mei van dit jaar ben ik toegetreden tot het VLHT-bestuur. Er speelde mee dat ik er al mensen kende en dat ik vind dat ook jongere mensen een stem in zo’n bestuur moeten hebben. Ik vind het belangrijk om bij een belangenvereniging te zitten die ook meepraat over cao-onderhandelingen en die labs en tandtechnici ondersteunt met vakcursussen, arbeidscontracten, concurrentiebeding en dergelijke. Je kunt als werkgever of werknemer bij de VLHT met heel vragen terecht en je krijgt ook gewoon antwoorden.”
Scherp en alert
“Het is misschien een beetje tegen de stroom in om tegenwoordig nog een eigen laboratorium te beginnen. Maar ik denk dat het zeker mogelijk is als ik heel scherp en alert blijf en alle nieuwe ontwikkelingen op de voet blijf volgen. De toekomst zal volledig digitaal worden, maar ik geloof niet dat het lab ooit helemaal gaat verdwijnen. Maar dan moet je wel vooraan blijven in de ontwikkelingen, alert blijven en op tijd anticiperen.”
Wilt u ook een keer in deze rubriek aan het woord komen? Laat het ons dan weten via het contactformulier.