Terug

VLHT-lid in beeld: Marc Kok van Content Tandtechniek

De VLHT is dé vereniging van tandtechnisch laboratoria in Nederland. Bij de leden van de VLHT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een ondernemer-tandtechnicus aan het woord over zijn of haar opleiding, werk, aandachtgebieden en visie. Dit keer is de beurt aan tandtechnicus Marc Kok (62) van Content Tandtechniek in ’s-Gravezande.

“Een prothese is nooit standaardwerk”

 

Opleiding en werk

Na de middelbare school deed Marc Kok (62) eerst een half jaar bouwkunde, maar hij haalde te weinig punten. Zijn moeder vond dat hij maar eens wat moest gaan doen. Ze had een frameprothese en wees hem erop dat de man die die had gemaakt, werk genoeg had. Zo is hij vanaf zijn negentiende de tandtechniek in gerold. Hij volgde de opleiding voor tandtechniek (IVT in Utrecht) en werkte vele jaren voor diverse laboratoria en praktijken. Gemiddeld zo’n vier jaar bij één werkgever. Pas zo’n drie jaar geleden startte hij – min of meer weer bij toeval – zijn eigen laboratorium.

 

Getriggerd

Ik werkte in een van de vestigingen van DentConnect toen ik een nieuw – derde – contract zou krijgen. Maar dat vlotte niet zo, ze deden een beetje moeilijk en ze vonden me geen specialist, terwijl ik al bijna veertig jaar protheses maak. Dat triggerde me en het idee rijpte om voor mezelf te beginnen. Het tandtechniekwerk van mijn eigen tandarts heb ik steeds naar iedere werkgever mee kunnen nemen. Dat had ik al, en vrij snel vond ik ook twee andere praktijken waar ik voor kon werken. Een paar honderd meter van mijn woonhuis vond ik een pand dat ik kon huren. Dat heb ik helemaal van binnen verbouwd tot laboratorium. Zo ben ik voor mezelf begonnen, eerst halftime, en vanaf april 2019 fulltime.

 

Beetje knijpen

Het was wel spannend of een eigen bedrijf zou lukken. Eind 2019 was er wat geld tekort en begon ik het financieel wel een beetje te knijpen. Per maand moet je toch wel zo’n 8 duizend euro omzetten en ik had een investering moeten doen van 75 duizend euro voor de inrichting van de zaak. Dat moest ik deels halen uit de overwaarde van de hypotheek op mijn huis. Maar eind 2019 kon ik toch voldoende facturen uitschrijven. Vanaf toen ben ik met de omzet alleen maar omhoog gegaan en is het ene na het andere record gebroken. Ik heb nu een tiental prakijken als vaste klant. En dat is voldoende werk. Ik ben dus gespecialiseerd in protheses, maar al vrij snel heb ik een collega in het pand gehaald die met zijn eigen bedrijf het kroon- en brugwerk doet. Verder leid ik hier twee leerlingen op, waarvan de eerste nu ruim een jaar hier werkt.

 

Persoonlijke benadering

Ik heb waarschijnlijk toch wel een goede kwaliteit, want tandartsen vragen me steeds weer terug. Grote concerns als DentConnect en Dental Clinics verdienen hun geld vooral met digitale technieken, maar ik benader de tandartsen veel persoonlijker. Ik maak de protheses voor de patiënten bij hen in de praktijk of onder hun verantwoording in mijn lab als de patiënten dichtbij wonen. De tandartsen voor wie ik werk sparren liever met een man met verstand van protheses dan dat ze een digitaal werkstuk krijgen aangeleverd. Met hen overleg ik over hoe problemen met protheses opgelost kunnen worden. Als de tandarts tevreden is, krijg je al snel ook collega’s van hem als klant.

 

Weinig digitaal

De aanschaf van digitale apparatuur haal ik er als klein laboratorium niet uit. Ik laat protheses, beetplaten, lepels en modellen ook niet digitaal frezen. Er zit voor mij geen winstmarge meer op als ik voor een prothese 365 euro reken. Bovendien is het maken van een prothese echt een ambacht, want niemand is hetzelfde. Een machine stel je zo in dat die in principe honderdduizend keer hetzelfde product standaard maakt. Maar mensen zijn niet standaard. De een bijt naar voren, een ander naar achteren, scheef of naar links of naar rechts. Dat is digitaal niet te doen. Een prothese is nooit standaardwerk. Bij mensen begin je analoog. Weefsel is niet digitaal te meten, dat is hard of zacht indrukbaar. Je kunt de mooiste standaard prothese maken, maar mensen kunnen die toch vreselijk vinden. En over een slechte prothese kunnen ze heel tevreden zijn, omdat ze ermee kunnen eten en ook nog redelijk uitzien. Dus in die range moet je een prothese maken. Ik kies voor het ambacht en probeer zo dicht mogelijk bij de oude situatie te blijven, zodat de stand van de tanden ongeveer hetzelfde blijft en de beetverhoging hooguit 3mm verschilt. Te grote veranderingen leiden alleen maar tot mislukkingen. Iets is goed als mensen er tevreden over zijn. Dat lukt als je je kennis en ervaring gebruikt. Jongeren die digitaal werken kunnen daar niet op terugvallen. Ze kunnen heel goed met de muis omgaan of een machine instellen, maar weten vaak niet hoe de tand precies moet staan, of de tand groter of kleiner moet, en of de beet goed is. De foutmarge is dan veel hoger. Je hebt veel ervaring nodig om het aantal mislukkingen zo laag mogelijk te houden.

 

Gemoedelijke sfeer

Ik heb me aangesloten bij de VLHT omdat die vereniging ondersteuning biedt en voor de gemoedelijke sfeer. Ik ben niet actief betrokken, maar dat komt misschien ook wel omdat ik nog maar zo kort als zelfstandige werkzaam ben.

 

Drie doelstellingen

Toen ik als zelfstandige begon had ik drie doelstellingen. Ik wilde een dikke vette auto rijden. Dat is gelukt, voor de deur van mijn lab staat een Range Rover. Als tweede wil ik voor mijn pensionering over een jaar of vijf een miljoen euro hebben omgezet. Dat vind ik een magisch hoog bedrag. Ik heb een winstmarge van net onder de vijftig procent. Dat komt omdat ik niets digitaal doe en omdat ik door de week vaak wel tien uur per dag werk en vaak ook op zaterdag en soms op zondag nog bezig ben.

En ten derde wil ik graag mijn kennis over het runnen van een eigen lab in een snel tempo overdragen op de twee leerlingen die bij mij werken. Het is de bedoeling dat de eerste leerling die bij me werkt het bedrijf in vier tot zes jaar van mij gaat overnemen. Hij is nog maar achttien, maar hij heeft het ondernemen echt in zich. Ik wil ook graag andere tandtechniekers gaan adviseren over hoe je bij de overname van je laboratorium je eigen personeel daarbij kunt betrekken.

 

Niet rooskleurig

Ik zie de toekomst voor mijn beroep niet zo rooskleurig, vanwege het digitale gebeuren waar veel mensen helemaal in geloven. Bij een groot bedrijf weten ze alles van digitale apparatuur en processen, maar er lopen veel te weinig echte tandtechniekers rond. De tandtechnische kennis is er veel te weinig. Kennelijk wil men niet de moeite nemen om daarin te investeren en kennis over te dragen, terwijl dat wel de kern is.

 

Enthousiasmeren

Ik vind het erg leuk om mijn kennis over te dragen op mijn leerlingen en hen te enthousiasmeren voor het ambacht. Volgens mij kan ik dat ook wel. Ik denk dat ik dat beter doe dan op de opleiding. Daar leren ze vooral theorie, zijn er vaak onvoldoende goede docenten, zijn de materialen er niet en vallen er vaak lessen uit. Ook zou ik het leuk vinden tandartsen bij te scholen over het maken van protheses. Ik merk dat daar in hun opleiding weinig aandacht aan wordt besteed.

 

Content

Hoewel ik door mijn moeder bij toeval in de tandtechniek terecht ben gekomen, ben ik zeer content met mijn werk. Je kunt een stempel drukken op je eigen werk. Aan een werkstuk kun je zien wie het heeft gemaakt. Het is ook een zeer mooi vak omdat je mensen gelukkig maakt met een prettig zittende prothese. Al moet je natuurlijk wel een beetje handigheid hebben in dit ambacht.

 

 

Tekst: Reinier van de Vrie, november 2021

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.