Terug

VLHT-lid in beeld: Paul Goedegebuure

De VLHT is dé vereniging van tandtechnisch laboratoria in Nederland. Bij de leden van de VLHT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een ondernemer-tandtechnicus aan het woord over zijn of haar opleiding, werk, aandachtgebieden en visie. Dit keer is de beurt aan Paul Goedegebuure, tandtechnicus en eigenaar van Goedegebuure Tandtechniek B.V.


“Tandtechnische en tandheelkundige kennis delen is enorm belangrijk”


Opleiding en werk

Op zeventienjarige leeftijd ging Paul Goedegebuure de opleiding voor tandtechniek volgen. Aanvankelijk wilde zijn vader niet dat hij bij hem in het tandtechnisch laboratorium kwam werken, omdat hij dacht dat zijn zoon niet precies genoeg zou zijn. Maar Paul kreeg zijn kans toen hij een leerling tandtechnicus moest vervangen. Dat beviel zo goed, dat hij mocht blijven. Het vak van tandtechniek ging hem heel gemakkelijk af, mede omdat hij er als klein mannetje met zijn neus bovenop stond als zijn vader thuis voor zijn eigen bedrijfje tandtechnische klussen deed. Toen hij zelf het ambacht ging doen, leek het als vanzelf te gaan. In 1976, toen hij twintig was en nog niet eens zijn vakdiploma op zak had, startten ze samen een nieuw tandtechnisch laboratorium in Ede. Het laboratorium was succesvol en groeide snel. In 1990 trok zijn vader zich terug uit het bedrijf, dat toen rond vijftig man in dienst had. Begin deze eeuw trok Goedegebuure Wolter Jagt aan als compagnon – opgeleid in financiële zaken - om meer structuur in het bedrijf te brengen. De groei ging door en er kwamen ook vestigingen in Arnhem en andere plaatsen. Op een gegeven moment stonden er bijna honderd mensen op de loonlijst. Maar met de crisis rond 2012 moest er gesneden worden en werden er vestigingen gesloten. Nu werken er in totaal ongeveer 65 mensen in de hoofdvestiging in Ede en de nevenvestiging in Arnhem waar uitsluitend MRA’s of apneubeugels worden gemaakt. Goedegebuure Tandtechniek werkt voor ongeveer tweehonderd praktijken, ziekenhuizen en enkele centra voor bijzondere tandheelkunde, meest in de eigen regio maar het bedrijf is zeker ook landelijk georiënteerd.

Connectie tandheelkunde
“Ik vind tandtechniek een mooi ambacht omdat je bij de tandheelkundige zorg voor de patiënt betrokken bent. Ik ben zelf oorspronkelijk gespecialiseerd in de volledige prothese, een beetje het tandheelkundig eindstation van de patiënt. Wat ik in de tandtechniek zo interessant vind, is de connectie die er is met de tandheelkunde. Wat ik bij tandtechniek mis is het nodige wetenschappelijke onderzoek. Het zijn vooral de bedrijven die hun eigen producten en merken testen en aanbevelen. Hoe betrouwbaar is dat? Bij tandheelkunde is dat er wel. Het is gewoon heel fijn als een methode goed onderbouwd, evidence based, is. Wetenschappelijk onderzoek naar het aantal jaren overleven van (implantaat)kronen en bruggen, vind ik bijvoorbeeld heel interessant. De combinatie van techniek met het medische, is ook heel leuk. Ik kan wel jaloers zijn op tandtechnici die ook tandheelkunde hebben gestudeerd, of andersom. En die ook beide in praktijk brengen. Op congressen die ik over de hele wereld volg zijn dat vaak de mensen die boven komen drijven. Bob Winter (Newport Beach, California) vind ik daar een voorbeeld van. Bij mij is het er nooit van gekomen om tandheelkunde te gaan studeren. Zeker tot mijn veertigste heb ik me zes slagen in de rondte gewerkt om mijn bedrijf op te bouwen.”

Mensen coachen
“Zelf doe ik niet zoveel ambachtelijk werk meer. Ik geef vooral tandtechnisch advies in het laboratorium en sturing. Mensen intern tandtechnisch coachen en stimuleren, vind ik erg leuk. En het bedrijf volpompen met kennis. Sinds begin 2000, toen ik compagnon Wolter Jagt heb aangetrokken, kreeg ik wat meer tijd om – internationale – congressen en cursussen te volgen. Ik wilde me verder ontwikkelen en heb dat – min of meer noodgedwongen – vooral in de tandheelkunde ontdekt. De kennis en de tandtechnische en tandheelkundige visie die ik opdoe, deel ik graag in mijn bedrijf en daarbuiten.”

College door collega’s
“In eigen huis ben ik de cursussen ‘college door collega’s’ gaan organiseren. Dat begon met een congres in 1997 in de VS, dat ik met tandarts en goede vriend Frits de Vries bezocht over de MRA’s. In de VS waren ze daar al jaren mee bezig. Wij hebben die ook leren maken en aanmeten en naar Nederland gebracht. Voor tandartsen, tandtechnici en kno-artsen zijn we daar toen een cursus over gaan geven. Dat doen we nu ook over de volledige prothese, de duurzame adhesiefbrug, splinttherapie, de restauratieve behandeling van gebitsslijtage en tandheelkundige slaapgeneeskunde gerelateerd aan gebitsslijtage. Altijd kleinschalig, bij voorkeur met een docent en met vier tandartsen en vier tandtechnici als het om de klinische VP-cursus gaat. In het naburige pand is een tandartspraktijk waar we kamers kunnen huren voor patiëntenbehandeling – voor de klinische onderdelen van de cursussen. In die cursussen moeten tandtechniek en tandheelkunde samengaan. De tandtechnicus moet voldoende van tandheelkunde weten en de tandarts voldoende van tandtechniek om goed met elkaar te kunnen communiceren. In februari 2020 starten we een nieuwe cursus over de endokroon waar Maurits de Kuijper in TandartsPraktijk een goed onderbouwd wetenschappelijk artikel over heeft geschreven.”

Tandheelkunde up to date
“Ik probeer zoveel mogelijk nascholing te volgen en ik verdiep me erg in tandtechniek en tandheelkunde. Ik wil graag dat andere tandtechnici en tandartsen dat ook doen. Sinds 2007 ben ik daarom in de Stichting Dental Education medeorganisator van het congres ‘Tandheelkunde up to date’ dat jaarlijks in Maastricht wordt gehouden. Vijf dagdelen ruim de tijd nemen om een onderwerp uit te diepen en heel gemakkelijk met docenten en collega’s praten over tandheelkundige zaken. Als je dat elk jaar volgt, blijf je goed bij.”

Elkaar ondersteunen
“De VLHT geeft ook cursussen, maar voor mij zou dat nog uitgebreider mogen. Ik hoop dat ik daar nog eens een bijdrage aan kan leveren, want nascholing voor tandtechnici is al veertig jaar onderbelicht. Ik wil hen stimuleren een tandheelkundige en tandtechnische visie te ontwikkelen. Ik vind het ook belangrijk dat tandtechnische laboratoria elkaar steunen binnen de VLHT. Als groot bedrijf kunnen wij ons wel bedruipen en kennen we de kanalen om zaken te regelen. De kleinere bedrijven hebben veel meer ondersteuning nodig, bijvoorbeeld op juridisch gebied. Ik vind het belangrijk dat ze die bij de VLHT kunnen krijgen. Zelf zit ik al zeker tien jaar in het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde (NVGPT) om daar het geluid van de tandtechnicus te laten horen. Daar help ik ook congressen organiseren en doe ik de sponsorwerving. Ik voel me in die vereniging met name thuis omdat het in die tak van tandheelkunde met name over tandheelkundige zorg gaat.”

Uitholling tandtechniek
“Je mag er van uitgaan dat de faculteiten tandheelkunde in Nederland de tandheelkunde een warm hart toedragen. Aangezien tandheelkunde en tandtechniek bij elkaar horen en nauw verweven zijn mag je er ook van uitgaan dat deze universiteiten óók de tandtechniek in Nederland een warm hart toedragen. Studenten tandheelkunde moeten kunnen communiceren met Nederlandse tandtechnici en vice versa. Dat lukt niet als het tandtechnisch werk niet in Nederland gemaakt wordt. Veel van het eenvoudige tandtechnische werk wordt geoutsourcet naar China, Thailand en nu ook India. Het vak van tandtechniek wordt daardoor uitgehold.”

Minder manueel vaardig
“De digitalisering in de tandtechniek gaat natuurlijk door, zeker als we meer met monolithische materialen kunnen gaan werken. Restauratief zijn we al ver, maar op prothesegebied gaat het ook die kant steeds meer op. Het is goed dat er freescentra zijn, zodat de kleine labs dat werk kunnen uitbesteden. Digitaal leer je sneller. Je moet wel inzicht hebben in het ambacht maar je hoeft het niet meer tot in perfectie te beheersen. Het is minder belangrijk geworden om manueel vaardig te zijn, omdat je het werk met je toetsenbord en je scherm kunt realiseren. Tandtechniek is daardoor eigenlijk makkelijker geworden. Een tandtechnicus van de opleiding kan met restauratief kroon- en brugwerk en partiële restauraties al heel snel meedraaien in de productie. Toen je voorheen porselein moest leren bakken kon je daar zó maar tien jaar bij optellen.”

Vleugeltje met dummy
“Ik ben nu 63, maar vind het vak nog zo ontzettend leuk dat ik er voorlopig niet aan denk om te stoppen. Ik ben onlangs op een congres in Boston geweest over parodontologie, orthodontie, implantologie en restauratieve tandheelkunde. Daar heb ik gezien hoe je met een cantilever adhesiefbrugje in het front met een klein vleugeltje en een pontic een heel mooi resultaat kunt bereiken. Ook het tandvlees kan dan weer heel mooi worden. Tandtechniek en tandheelkunde komen hierbij ook weer heel dicht bij elkaar. Zo’n brugje is zeker niet nieuw, maar het materiaal en de techniek van bevestigen is verder doorontwikkeld. En er is onderzoek naar gedaan, onder meer door Matthias Kern, hoogleraar in Kiel. Die rapporteerde een overlevingspercentage van die anterieure cantilever adhesiefbrugjes van 95,8% na tien jaar. Ik vind het leuk zoiets in Nederland te stimuleren.”

Reinier van de Vrie, 2019
 

DE VERENIGING VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI (VLHT) IS IN 1932 GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT EN HEEFT TOT DOEL HET BEVORDEREN VAN DE PROFESSIONELE BELANGEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE TANDTECHNISCHE BRANCHE IN NEDERLAND IN HET ALGEMEEN EN VAN DE LEDEN VAN DE VERENIGING IN HET BIJZONDER.
2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.