VLHT-lid in beeld: Steffen Löwenthal
De VLHT is dé vereniging van tandtechnisch laboratoria in Nederland. Bij de leden van de VLHT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een ondernemer-tandtechnicus aan het woord over zijn of haar opleiding, werk, aandachtgebieden en visie. Dit keer is de beurt aan tandtechnicus Steffen Löwenthal (40) van Löwenthal Tandtechniek in Eindhoven.
“Ik geef graag een eigen touch aan een werkstuk“
Opleiding en werk
Als kind vond Steffen Löwenthal het werk van zijn vader Jan Löwenthal in het tandtechnisch laboratorium leuk en boeiend. Hij wilde ook in de tandtechniek. Na de middelbare school vond hij zichzelf nog erg jong voor het leerlingwezen van vier dagen werken en één dag per week naar school. Daarom deed hij eerst een jaar highschool in Canada, waarna hij de voltijds opleiding voor tandtechniek in Brussel deed. Vervolgens deed hij nog de opleiding voor ondernemingsmanagement bij Fontys Hogeschool in Tilburg, voordat hij bij zijn vader, die inmiddels een eigen tandtechnisch laboratorium had, ging werken. Samen zitten ze in het bedrijf, al is zijn vader die nu 67 is, bezig met afbouwen. Sinds een jaar of tien is Steffen steeds meer betrokken bij de financiële kant en het management. Bij Löwenthal Tandtechniek werken vijf mensen.
Service
“We doen alles op het gebied van protheses, implantaten en kroon- en brugwerk. Alleen tandtechniek voor orthodontie doen we niet. Zelf richt ik me vooral op prothesewerk. We werken voor diverse praktijken die alle niet verder dan twintig minuten rijden van Eindhoven liggen. Vanuit het oogpunt van service en reistijd moet dat ook wel. We halen namelijk het werk zelf op om het aan het einde van de dag weer terug te brengen. Vijf jaar geleden zijn we met het laboratorium van Helmond naar Eindhoven verhuisd omdat we een verdieping konden huren bij een tandartspraktijk, dat een laboratorium zocht om mee samen te werken. Omdat daar zes tandartsen werken, is dat voor ons een belangrijke klant.”
Gelijkwaardig contact
“Tegenwoordig is het contact met tandartsen veel meer gelijkwaardig dan vroeger. Er is nu meer wisselwerking. Tandartsen vragen of je bij een patiënt komt kijken voor advies en behandelingsmogelijkheden. Of ze laten de patiënt naar ons toe komen. De jonge generatie tandartsen besteedt niet veel aandacht meer aan tandtechniek tijdens de studie. En de oudere generatie vindt het gewoon heel praktisch. Wij hebben veel meer kennis van techniek en materialen dan zij. Er is nu zo veel variatie, zeker met de vele implantaatsystemen. Het is voor de tandarts heel ingewikkeld om dat allemaal te volgen. Terwijl wij er dagelijks mee bezig zijn.”
Vertrouwen kweken
“Ik vind patiëntencontacten leuk om te doen. Het komt de uitvoering van een werkstuk wel ten goede als je er een gezicht bij hebt in plaats van een orderbriefje met een geboortedatum en het geslacht. Patiënten begrijpen na een bezoek aan ons ook beter wat ze straks in hun mond krijgen. Zo krijgen zij meer vertrouwen in het product. Dagelijks zie ik één of twee patiënten en soms ga ik ook naar een praktijk toe. Voor de tandartspraktijk in hetzelfde pand is het makkelijk om binnen te lopen. Ik vind het wel fijn dat de tandarts erbij is, zodat we de behandeling kunnen bespreken.”
Mooi resultaat
“Met tandtechniek kun je een mooi resultaat maken met je handen, vooral voor protheses. Ik vind het uitdagend een eigen zaak te hebben en ook de commerciële, financiële en bedrijfsmatige kant te doen. Van negen tot vijf protheses maken, zou ik iets te saai vinden. Daarom zou loondienst me ook niet liggen. Dat merkte ik goed toen ik een tijdje een dag per week bij een ander bedrijf werkte.”
Andere vlucht
“Tijdens mijn studie werd er al kroon- en brugwerk met CAD/CAM gedaan. De basis is nog steeds het werkmodel, waar – in dit geval met de computer – iets nieuws op moet worden gemaakt. Sinds een jaar doen we kroon- en brugwerk deels met de nieuwste scanner van Nobel Biocare. De praktijken waarmee we werken zijn relatief klein en traditioneel, en leveren nog geen digitale scans aan. Wij volgen het en zijn er klaar voor. De digitalisering neemt nu met 3D-printen van prothesewerk wel een andere vlucht.”
Meer eisen verzekeraars
“Verzekeraars gaan steeds meer prijzen bepalen en naar beneden bijstellen. Ze stellen bijvoorbeeld een maximumvergoeding in voor een prothese die de tandarts mag rekenen. Eventuele extra kosten mogen zij niet doorberekenen aan de patiënt.”
Overleven als zelfstandige
“Mijn grootste uitdaging is als kleine zelfstandige succesvol te zijn. Grote partijen kopen steeds meer praktijken en laboratoria op. Daartegen is het lastig concurreren en je moet je eigen weg zien te vinden. Gelukkig hebben we met onze praktijken een goede vertrouwensband.”
Netjes om bij te dragen
“Ik zit in het bestuur van het Sociaal Fonds Tandtechniek, dat sociale steun geeft aan bijvoorbeeld studenten, informatie verstrekt en vakbonden ondersteunt. Daarnaast zit ik in een werkveldcommissie van de opleiding tandtechniek Dutch HealthTec Academy en adviseer ik over wat er speelt en waar de branche behoefte aan heeft. Verder is het mijn ambitie om mijn vader op te volgens als bestuurslid van de VLHT. Als laboratoriumhouder kun je er met allerlei vragen terecht over bijvoorbeeld personeelszaken. De vereniging onderhandelt ook met de bonden over de cao. Als je gebruik wilt maken van dat soort voorzieningen, vind ik dat je ook contributie hoort te betalen. Zeker als je personeel hebt, wil je dat personeelszaken en een cao goed geregeld zijn. Dan is het ook wel zo netjes om er aan bij te dragen.”
Eigen touch
“Met CAD/CAM zullen we straks 80 procent digitaal gaan doen met superresultaten en commercieel ook heel interessant. Ik hoop dat een deel van het werk ambacht blijft, want het is gewoon erg mooi en leuk om een werkstuk te maken en er een eigen touch aan te geven. Dit gaat door het digitale wel enigszins verloren. Het wordt meer eenheid en gestandaardiseerd. Ook met digitaal werken moet je vakinhoudelijke kennis hebben om te weten wat je aan het doen bent. Je kunt niet zomaar een ict’er in een laboratorium zetten, maar je moet een werknemer hebben met tandtechnische kennis. Je moet weten waarom je iets uit een database haalt en waarvoor je de data wilt gebruiken.”
Jan Löwenthal (67)
“Ik heb altijd hard en met plezier gewerkt. Ik ben nog van de oude stempel en het oude ambacht. De markt is helemaal veranderd. Digitalisering is niet aan mij besteed. Maar dat komt goed uit, in augustus van dit jaar ben ik vijftig jaar werkzaam in het vak, waarvan de helft in loondienst en de helft als zelfstandige. Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze voor tandtechniek. Ik ben trots dat mijn zoon het bedrijf overneemt.”
Auteur: Reinier van de Vrie