Wet Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden van kracht geworden
Op 1 augustus is de Wet Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden van kracht geworden, nadat deze op 21 juni was aanvaard door de Eerste Kamer. De wet moet meer helderheid en voorspelbaarheid brengen in de arbeidsvoorwaarden en kent ook nieuwe regels op het gebied van nevenwerkzaamheden en het verbod van de werkgever daarop, alsmede op het gebied van scholing en de doorberekening van de kosten daarvan aan de werknemer.
Kosteloze opleiding en geen studiekostenbeding
De nieuwe wet bepaalt dat de werkgever voor scholing geen kosten op de werknemer mag verhalen, als hij die op grond van de wet of de CAO verplicht aan de werknemer moet verstrekken.
Voor de cursussen en scholingen die kosteloos moeten worden aangeboden, is het ook niet meer mogelijk om een studiekostenbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst.
De werknemer moet tevens, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, in de gelegenheid gesteld worden de scholing tijdens werktijd te kunnen doen. Die werktijd wordt beschouwd als arbeidstijd.
Wanneer is een werkgever verplicht scholing te verstrekken aan een werknemer volgens de wet of cao? U kunt hierbij denken aan het volgende:
• Cursussen die een werknemer moet volgen om bij te blijven/om zijn functie goed te blijven doen.
• Scholing die een werknemer volgt omdat hij niet goed functioneert.
Het lijkt erop dat onze beroepsopleidingen (DHTA, KPT, etc.) niet vallen onder deze regeling, maar hierover bestaat geen 100% zekerheid.
Verbod op nevenwerkzaamheden
Een werkgever mag een werknemer niet verbieden om ergens anders te werken, tenzij daar een gegronde reden voor is. Zo'n reden kan zijn:
• Gezondheid/veiligheid: het is niet wenselijk dat een werknemer door zijn extra werk zoveel uren gaat werken dat dit leidt tot een overtreding van de arbeidstijdenwet.
• Het vermijden van een belangenconflict: een advocaat werkt bij een advocatenkantoor en wil een dag per week als zelfstandig advocaat gaan werken. Dit kan problemen geven als hij als zelfstandige tegen cliënten van zijn werkgever procedeert.
Verzoek tot een meer voorspelbare arbeidsrelatie
De richtlijn bepaalt dat de werknemer de werkgever kan verzoeken om een meer voorspelbare arbeidsrelatie. Dit wordt geregeld in de Wet flexibel werken.
De werknemer kan een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsduur, arbeidstijd en de werkplek en nu dus ook voor een voorspelbare arbeidsrelatie.
Een voorspelbare arbeidsrelatie kan een contract voor onbepaalde tijd zijn of een overeenkomst met vaste uren.
De werkgever moet binnen een maand reageren op het schriftelijke verzoek van de werknemer (werkgevers met minder dan tien werknemers binnen drie maanden).
Bestaande regels die van kracht blijven
Volgens de wet was een werkgever al verplicht om werknemers te informeren over de arbeidsvoorwaarden, zijn rechten en plichten. Met deze wet wordt dit nog verder uitgebreid. Voorheen moest u uw werknemers al informeren over:
• De plaats waar de arbeid wordt verricht. Als dat geen vaste plaats is, dan moet dat ook worden vermeld.
• Hoeveel verlof een werknemer heeft en hoe dat wordt berekend.
• De procedure die de werkgever en werknemer in acht moet nemen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Dit kan worden gedaan door te verwijzen naar art 7.10 BW of de CAO.
• Als de arbeidsduur onvoorspelbaar is, moet ook vermeld worden op welke dagen en uren de werknemer kan worden verplicht om te werken.
• Bij een uitzendovereenkomst: de identiteit van de inlenende onderneming.
• Als er sprake is van een proeftijd: de duur en de voorwaarden.
• Indien van toepassing: het door de werkgever geboden recht op scholing.
Met dank aan Van Winssen Personeel en Salaris.